Leer improviseren. 2003-2004.
Les 20: het samenstellen van loopjes.

Zoals de linkerhand de vaste grepen van de akkoorden gebroken kan spelen en die met aanlooptoontjes kan opvullen tot een tweede stem, zo kan ook de rechterhand profijt hebben van de vaste grepen die we voor de akkoorden gebruiken. We kunnen ze gebruiken als raamwerk om loopjes op te bouwen.

Loopjes vullen de hoofdmelodie op met versieringen. Vaak worden ze maar wat afgeroefeld. Dat komt door de gedachte dat ze snel moeten zijn. Maar ze hebben vooral een ritmische betekenis. Dat vereist duidelijke articulatie.

Dat hoeft niet alleen door oefening verkregen te worden, waarvan het effect na een tijdje toch weer verdwijnt, maar steunt er bij voorkeur op dat het gemakkelijk te spelen is.

Het gaat er dus om loopjes te bedenken die passen bij de stand van je handen. Je moet zoeken naar een compromis tussen mooi en makkelijk.

We hebben in de eerste lessen het advies gekregen voor ieder akkoord één vaste greep uit het hoofd te leren die een compromis is tussen mooi en gemakkelijk te grijpen (ook bij het wisselen van de akkoorden). Deze vaste grepen komen nu mooi van pas voor een vergelijkbare vraag. We zoeken immers naar mooie en makkelijke loopjes.

De procedure die we volgen kunnen is aldus:

- We kiezen grepen die voldoen aan mooi en makkelijk.
Bijvoorbeeld:
E7 in de ligging e-g#-b-d, D7 in de ligging d-f#-a-c en A7 in de ligging a-c#-e-g.
Merk op dat de stand van de hand voor alle drie die grepen precies dezelfde is. Niet alleen is die greep gemakkelijk doordat de hand in de ruststand al praktisch dat akkoord vormt, maar bovendien is die voor drie verschillende akkoorden te gebruiken.

- Vervolgens spelen we een dergelijke greep 4 keer, iedere keer een octaaf hoger, dus achtereenvolgens op octaaf 4, 5, 6 en 7. Bijvoorbeeld, voor D7 spelen we:
d4-f#4-a4-c5, d5-f#5-a5-c6, d6-f#6-a6-c7, d7-f#7-a7-c8.
Klik om de bedoeling te horen.

- Dan spelen we dezelfde akkoorden in dezelfde grepen, maar dan gebroken.
Klik om de bedoeling te horen.

- Om er een vloeiend geheel van te maken, plakken we die akkoorden aan elkaar door er wat willekeurige nootjes tussen te zetten. Die hoeven niet mooi te zijn van harmonie als ze maar gemakkelijk te pakken zijn, zodat ze goed ritmisch gespeeld en goed gearticuleerd kunnen worden.
Klik om de bedoeling te horen.

- Dit loopje leren we uit ons hoofd en oefenen er zo op dat we het als een mitrailleur eruit kunnen gooien.

De harmonische schoonheid komt van het feit dat we een goed klinkend akkoord als basis hebben genomen, de ritmische schoonheid is te bereiken door het gemak waarmee het loopje in onze hand ligt.

Net als voor de tweede stem in de linkerhand, geldt hier voor de rechter dat je voor een bepaalde stijl en een bepaalde begintoonaard bepaalde loopjes voor bepaalde akkoorden pasklaar gereed kunt hebben.

Dit pleit voor het specialiseren in een vaste begintoonaard, een vaste stijl en vaste grepen voor de akkoorden. (Veel muziek methodes pleiten voor het omgekeerde, maar dat gaat wel ten koste van ritmische frisheid.)

Voor stijgend en dalend kan dezelfde procedure worden gevolgd, maar bij mij blijken de grepen uit het bovenstaande voorbeeld goed geschikt voor stijgende loopjes, terwijl ik voor dalende loopjes uitga van akkoorden zoals Am.
Klik om mij te horen met veel loopjes.
HUISWERK:
Ontwerp loopjes en speel ze.
<< Startpagina / Index van de cursus / Volgende pagina >