Bert: Kom ik op het goede moment? Want ik heb wel een aantal jaren orgelles gehad en het opgegeven omdat ik dacht: "Een virtuoos zal ik nooit worden". Valt mij iets te leren op dit gebied?
Jan: Jij bent gewoon de ideale klant voor mijn lessen. Ik heb een hoop van die mensen die wel van blad kunnen spelen, en dan vraag ik: "Speel eens iets" en dan zeggen ze: "Nee, want ik heb mijn bril niet bij me". Die mensen ga ik dan leren hoe ze het moeten doen. Ik heb natuurlijk een aantal regels die ze moeten leren. Zoals je grammatica nodig hebt om een zin te kunnen vormen à l'improviste (ik vergelijk maar even met spreken). Dat zijn dan de akkoorden, modulaties, toonaarden (die principes moet je kennen), maar van daaruit moet je dan à l'improviste een muziekje kunnen maken.
Bert: Nou wil een muziekje maken dan nog wel lukken (het klinkt nergens naar, maar het is wel een muziekje), maar nou beweer je óók nog dat ik mijn persoonlijkheid daarin kan leggen.
Jan: Ja, daar gaat het namelijk speciaal om. Ik definieer improviseren als het hele gebied tussen sjoemelen met bladlezen tot en met helemaal componeren zelf, maar het meest interessante is als je je eigen persoonlijkheid helemaal kunt uitdrukken in je muziek. En dat duurt meestal een aantal jaren (en ik heb indertijd privé-les gegeven en daar functioneert het niet, want ze willen de leraar naspelen), maar in een groep blijkt het ineens wel te kunnen. We komen met een man of 10 wekelijks rond de piano en spelen bij toerbeurt, afgepast met een eierwekker, een minuut of 5, 6.
Bert: Nou een minuut of 5, 6 komt goed uit want dat heb ik namelijk ook, en de piano hebben we ook, want we zijn met zijn tweeën achter de piano gaan zitten; laat mij eens iets horen.
Jan: Ik heb een aantal regeltjes, tips dan (behalve die grammaticaregels) en dat is op de eerste plaats: 'vereenvoudig'. Je moet zoveel mogelijk niet met ingewikkelde dingen werken, want waarom moet je een vereenvoudigen? Om een evenwicht te krijgen tussen alle muzikale aspecten. Dus het vloeiende, de akkoorden, de toonaarden, de harmonie, melodie: alles moet een beetje in evenwicht zijn. Dat betekent een beperking in het aantal akkoorden...
Bert: Je handen gaan nu naar de toetsen; laat eens wat horen.
Jan: Je begint bijvoorbeeld met 3 akkoorden C, F en G [akkoorden klinken] en daar kun je de eerste 14 dagen al aardige liedjes mee maken. Je begint bijvoorbeeld, dat is de uitdaging nu.... we houden de grepen eerst heel eenvoudig en dan moeten we met de rechterhand proberen een melodie te maken. We beginnen natuurlijk met een toon. E is een aardige begintoon [e klinkt] en dan...
Bert: Ja en dan...
Jan: En dan...
Bert: Ja, want er staan geen noten hier, dus dan moet je doorgaan.
Jan: Eén van de trucs die ik leer is: je kunt herhalen [toon e klinkt weer]. Dat heeft het voordeel: herhalen geeft bovendien structuur in de muziek. Maar dan... ja, op een goed ogenblik hebben we het wel gehoord en dan...
Bert: Ik zou naar g gaan nu [g klinkt].
Bert: Ja, dat is wel mooi, hè? [enkele tonen klinken]
Bert: Dus eigenlijk heb ik nu al zitten componeren?
Jan: Ja, zo moet je beginnen; het is de opstart. Vrij gauw ga je natuurlijk... er moet natuurlijk vaart in komen, maar dat is een kwestie van routine [een vriendelijk melodietje klinkt]. Dat verzin je dan.
Bert: Dat verzin je nu echt; dit heb je nog nooit van je leven eerder gespeeld?
Jan: Nee, natuurlijk niet, dat heb ik zo meteen gedaan. Je hebt wel de kennis nodig van bepaalde tonen. Ik zal maar zeggen: als je de es neemt geeft dat een jazzy effect [jazz tonen klinken]. Dan heb je jazz gemaakt. Wil je een dramatisch effect hebben, dan moet je de as nemen (in de toonaard c dan) [as klinkt]. Geeft meteen dramatiek.
Bert: Dus daar hoor je die persoonlijkheid ook in?
Jan: Daar kun je je persoonlijkheid mee uitdrukken, maar dan moet je die dingen even weten natuurlijk en daar is die cursus dan voor.
Bert: Ja, want ik kan natuurlijk wel per ongeluk die as gebruiken maar dat is dan omdat ik gewoon op die zwarte toets tussen de g en de a druk. Dat heeft dan niets met persoonlijkheid te maken.
Jan: Maar nu heb jij die microfoon vast. Dat is een beetje onhandig
Bert: Wacht, ik heb hier wel iemand; ik laat hem even overnemen... zo, er wordt even gehengeld.
Jan: Ik geef een paar akkoorden [C, F en G akkoorden klinken] en jij moet daar muziek mee maken, hier in dit gebied.
Bert: OK [muziek klinkt; Jan maakt akkoorden, Bert speelt daar een melodie bij].
Jan: Ja, leuk!
Bert: Dat heb ik dan altijd, dat je niet weet, moet ik nou die of die of die...
Jan: En nou kom je op een ander ding: bij improviseren moet je jezelf verkopen; zoals je een verhaaltje vertelt aan een kind; dan moet je zo'n samenzweerdertoontje hebben van [met lage zachte stem] "Er was eens een boze heks" enzo. Dat moet je op je piano ook doen. Dus je werkt heel sterk met zacht [tonen klinken]...
Bert: Dat ben ìk niet, luisteraars, dat is Jan Krammer zelf [muziek klinkt]. Ik zit vol bewondering te kijken; dit wil ik dus ook graag kunnen, maar...
Jan: Je moet zelf... je moet een beetje handig zijn, ja, verkopen dus.
Bert: Ja, precies.
Jan: Dan heb ik, eh... je moet een evenwicht hebben tussen voorspelbaarheid en verrassing. Voor die voorspelbaarheid moet je gewoon cliché dingen nemen, en die verrassing: daar komt je creativiteit bij om de hoek kijken. En dat is een leuke uitdaging. Het blijkt bij de mensen die in de groep bij mij samen spelen, dat ze er heel erg gelukkig mee worden, want ze krijgen een grote mate van vrijheid; er is weinig kritiek; je mag geen kritiek geven want anders dan ga je de eigenheid bederven. Ik heb een man, die kan geen maat houden en als je de man daarna hoort spelen, die dat wèl kan, dan hoor je pas hoe saai dat is, om steeds de maat te houden: 1, 2, 3 - 1, 2, 3 - 1, 2, 3- .... 32 maten lang.
Bert: Dat is het beste excuus om tegen je pianoleraar te zeggen: "Nee, dat is heel saai om de maat te houden; ik doe het lekker gewoon improviserend".
Jan: Juist en dit geeft een heel bevrijdend gevoel bij die pianomensen bij mij en daarom komen ze heel erg graag; ze vinden het geweldig en er komen dan ook geweldig leuke en zeer oorspronkelijke dingen uit...
Bert: In gedachte ben ik de drempel over. Ik durf nu verder te gaan. Dat ga ik ontwikkelen de komende week.
Jan: ....
Bert: Nee, maar mijn lesje is afgelopen. Eén ding nog: de grap is namelijk dat mensen dit via Internet kunnen leren. Hoe kun je nou, als je niet met jou achter een vleugel zit of achter een gewone piano, dit via Internet leren?
Jan: Ik krijg veel complimenten van: "Nu is me eindelijk duidelijk wat me jaren niet duidelijk was, hè, in een uur tijd" en, eh, het Internet heeft de sterke mogelijkheid dat je ook muziekvoorbeelden erbij kunt geven. Maar dat effect van harder en zachter en jezelf verkopen enzo dat komt niet zo goed uit verf, want die MIDI geeft altijd maar een heel onbeholpen pianootje op de computer.
Bert: Laten we er improviserend uitgaan. Als jij nou de akkoorden doet dan ga ik nog even fijn iets improviseren [muziek: Jan akkoorden, Bert melodie].