Muziekwoordenboek Engels - Nederlands
Muziekwoordenboek Engels - Nederlands
(brass)band = muziekkorps
(concluding) voluntary = naspel
(female) singer = zangeres
(in) minor, in a minor key = in mineur
(lady) harpist = harpist
(musical) intrument = speeltuig
(national) anthem = volkslied (van land)
(re)sounding = klinkend
(revolving) piano-stool = pianokrukje
(steady in) keeping time = maatvast
(street-)ballad = liedje
12 bar phrase = frase van 12 maten
a cappella = a capella
a double flat = beses
a note in anticipation = voorslag
abbraviations = abbreviaturen
abdominal breathing = buikademhaling
absolute pitch = absoluut gehoor
academy = conservatorium
accent = accent
accented = met nadruk
accentual verse = accentvers
accentuation = accentuering
accidental = accidentie
accidentals = accidentia
accidentals = toevallige verplaatsingstekens
accolade = accolade
accompaniment = begeleiding
accordance = het stemmen (van de instrumenten)
accordion = accordeon
accordion = harmonica
accoustics = geluidsleer
acoustics = akoestiek
act = akte
action = mechanisme
ad lib = ad lib
added sixth = sext akkoord
Aeolean mode = Aeolische mode
a-flat = as
after-beat = after-beat
after-beat = naslag-akkoorden-spel
agile = behendig
air = gezang
Alberti bass = Albertijnse bassen
aliquottones = aliquottonen (boventonen)
aloud = levendig
aloud = luide stem
alter = wijzigen
alteration = alteratie
alteration = verandering
altered = gealtereerd
altered chord = gealtereerd akkoord
altist = alt-saxofonist
alto = alt
alto = alt-saxofoon
ambiguity = meerduidigheid
amplitude = amplitude
amplitude of vibration = trillingswijdte
anacrusis = opmaat
anticipation = anticipering
apart = uit elkaar gelegen
appear = optreden (in een film)
arran. for several voices = meerstemmig
arrange = arrangeren
arrangement = arrangement
art of singing = zangkunst
articulation = articulatie
ascending = klimmend
ascending motion = opwaartse beweging
a-sharp = ais
at sight = op het eerste gezicht
at sight = van het blad
at the end = aan het einde
at the normal octave = op de aangegeven toonhoogte
atonality = atonaliteit
attack = aanzet
attack = inzet
audience = gehoor (publiek)
audience = publiek
auditory = gehoorzaal
augmentating = toenemen (in luidheid)
augmentation = vermeerdering
augmented = overmatig
augmented triad = overmatige drieklank
authentic = autenthiek
ayre = air
baby grand = baby vleugel
baby grand = kleine vleugel
back-beat = after-beat
backfall = voorslag
backward motion = retrograde (kreeftengang)
bagpipe = doedelzak
ballad = ballade
ballad-singer = liedjeszanger
ballet = ballet
ballet-dancer = danceuse
band = kapel (de muzikanten)
band = orkest
band contest = muziek-concours
band performance = muziek-uitvoering
band please! = muziek!
bands play = er is muziek
band-stand = muziektent
banjo = banjo
bar = maat
bar = maatstreep
bar line = maatstreep
baritone = bariton
baroque = barok
barrel = wals (cylinder)
barrel organ = draaiorgel
barrel organ = speeldoos orgel
bass = bas
bass bar = zangbalk (van strijkinstrument)
bass clef = bas-sleutel
bassoon = fagot
baton = dirigeerstok
be in a (good) voice = (goed) bij stem zijn
beam = waardestreep
beat = maatslag
beat = slag
beat = tel
beat the kettle drum = pauken
beat time = de maat slaan
beater = trommelstok
beats per bar = tellen per maat
beats per measure = tellen per maat
bell = klok
bell chime = beiaard
bell ringing = klokgelui
bell-founder = klokkengieter
bell-ringer = klokluider
bell-tower = klokkentoren
belly = bovenblad (van viool)
belonging to scale = laddereigen
b-flat = bes
big band = groot orkest
big drum = Turkse trom
binary form = tweedelige (lied)vorm
binaural = binauraal
bitonality = bitonaliteit
black key = zwarte toets
block chords = blok-akkoorden
blue note = blue note
blues = blues
boogie woogie = boogie woogie
book of songs = liederboek
boom = dreun (bonzend)
booming of bells = klokgebrom
bossa nova = bossa nova
bounce = bounce
bow = strijkstok
bowed = gestreken
bowed strings = strijkers
bowed tremolo = strijkers tremolo
bowing = strijken
brace = accolade
brass = koper-blazers
brass band = koperblazers orkest
brass instrument = koper-instrument
bravo! = bravo!
break = break
break up chords = breken van akkoorden
breaking of he voice = stemverandering
breath = adem
breathing technique = ademhalingstechniek
breve (UK) = brevis
bridge = brug
bridge = vioolkam
bridge section = overgangsgedeelte
brilliant & distinct note = gehamerde toon
broken chord = gebroken akkoord
bugle = bugel
burden (of a song) = refrein
C clef = c-sleutel
cadence = cadens
cadence = stemval
cadence = toonval
caesura = rustpunt (in muzikale volzin)
cancel = herstellingsteken
cancellation = oplossing
cancrizan = kreeftengang
canon = canon
canorous = zangrijk
cantabile = zingbaar
cantata = cantate
carillon = klokkenspel
carillon player = klokkenspeler
carol = kerstlied
carrying (the voice) = portamento (dragen van de toon)
castanets = castagnetten
castrato = castraat
catch = canon
celesta = celesta
celestial(ly) = hemels
cello = cello
cello = violoncel
cembalo = cembalo
cent = cent
chaconne = chaconne
chamber music = kamermuziek
chamber orchestra = kamerorkest
change = akkoordenschema
change of form = accentverschuiving
changing note = afspringende wisselnoot
changing note = wisselnoot
channel = tussenstuk
chant = kerklied
chant = zingen (van een litanie)
chapel = kapel (het gebouw)
chase chords = chase chords
checking the speed = inhouden van de beweging
chest register = borst-register
chime = klokkespel
chime together = samenklinken
chimes = buisklokken
choir = kerkkoor
choir = koor
choir = zangkapel
choir = zangkoor
choir school = zangschool (bij kathedraal)
choirmaster = dirigent
choirmaster = koordirigent
choir-master = koormeester (van kerk)
choral singing = koorgezang
choral society = liedertafel
choral society = zang-gezelschap
choral society = zangvereniging
choral song = koraalzang
chorale = koraal
choralist = koorzanger
chord = akkoord
chord passage = akkoorden-afloop
chord progression = akkoord-voortgang
chord symbol = akkoord-aanduiding
chord tones = akkoord-tonen
chord with added 7th = akkoord met toegevoegde septime
chord with flatted 5th = akkoord met verlaagde kwint
chordal accompaniment = akkoorden-begeleiding
chorister = koorzanger (in kerk)
chorus = chorus
chorus = geimproviseerde solo van een stuk
chorus = koor
chorus = refrein
chorus-leader = koormeester (van theater)
chromatic = chromatisch
church mode = kerk-toonaard
circle of fifths = kwintencirkel
classic = klassiek
classical music = klassieke muziek
clavecin = klavecimbel
clavichord = clavichord
clavicular breathing = schouder-ademhaling
clavier = klavier
clef = sleutel
clef = zangsleutel
cliche = stoplap
climax = climax
clip = afknijpen
close harmony = close harmony
close position = enge ligging
closed mouth = neuriend
closely related (keys) = eerste graads verwant (t.aarden)
cluster = cluster
coda = coda
colophony = vioolhars
combo = combo
common chord = gewone drieklank in grondligging
common time = alla breve maat
community singing = samenzang
community singing = samenzang
complete chord = drieklank met 4 tonen
composer = componist
composer = toondichter
composer = toonkunstenaar/-ares
composer = toonzetter
composition = compositie
composition = toondicht
composition = toonzetting (compositie)
compound interval = samengesteld interval
concert = concert
concert grand = concert vleugel
concert hall = concertgebouw
concert pitch = orkesttoon
concert room = muziekzaal
concertmaster = concertmeester
concord = samenklank
conduct = dirigeren
conductor = dirigent
conductor = orkestmeester
conductor's baton = dirigeerstok
connoisseur of music = muziek-kenner
conservatory = conservatorium
consonance = consonatie
consonance = samenklank
consonant = consonant
contemporaries = tijdgenoten
contemporary music = twintigste eeuwse muziek
contralto = alt
contrapuntal = contrapuntisch
contrary motion = tegenbeweging
cool jazz = cool jazz
cornet = cornet
cornet = kornet
costal breathing = borst-ademhaling
cottage piano = pianino
count (verb) = tellen (werkwoord)
counter-bowing = in tegenstreek
countermelody = tegenmelodie
counterpart = tegenstem
counterpoint = contrapunt
couplet = couplet (2-regelig)
covering of the voice = dekken van de stem
crab canon = kreeftencanon
crab motion = kreeftengang
cross flute = dwarsfluit
crossed voices = scheefstand
cross-over = overgang
cross-rhythm = cross-rhythm
cross-stringing = kruissnarig
crotchet (UK) = kwart noot
crumhorn = kromhoorn
c-sharp = cis
cyclic form = cyclische vorm
cymbals = bekkens
damper = toondemper
damper pedal = demper-pedaal
dampers = dempers
dance = dansen
dance = dansje
dance band = dansorkest
dance music = dansmuziek
dance step = danspas
dance-hall = dancing
dancer = danser
dance-tune = danswijsje
danceuse = danceuse
dash = stip
demisemiquaver (UK) = twee-en-dertigste noot
descant = diskant
descending = dalend
descending motion = neergaande beweging
desk = muziekstandaard
detached notes = losse noten
development = ontwikkeling
devine(ly) = hemels
d-flat = des
dialogue = dialoog
diatonic = diatonisch
digression = uitweiding
dim = dim
diminished chord = verminderd akkoord
diminished seventh chord = verminderd septiem akkoord
diminished triad = verminderde drieklank
dirge = klaaglied
dirge = treurmuziek
discant = diskant
discord = dissonance
discord = dissonant
discord = dissonantie
dissonance = dissonance
dissonance = dissonantie
ditty = liedje
dixieland = dixieland
dodecaphony = dodecafonie
dominant seventh chord = dominant septiem akkoord
dominant seventh chord = dominantseptakkoord
dominant triad = dominantakk. in grondligging
Dorian mode = dorische mode
dot = punt (achter noot)
dot = stip
double bar line = dubbele maatstreep
double bass = contrabas
double course = gelijkgestemd snarenpaar
double time = double time
double trill = dubbele triller
double whole-note (USA) = brevis
downbeat = neerslag
downward stem = neerwaartse stok (van een noot)
drag = trekken
dress rehearsal = generale repetitie
drive = drive
drive = stuwkracht
drone = dreun (brommend)
drone = orgelpunt
drum = trom
drum = trommel
drum = trommelen (op trom of tafel)
drum-head = trommelvel
drummer = drummer
drummer = trommelaar
drum-skin = trommelvel
drum-stick = trommelstok
drum-tap, drum-beat = trommelslag
d-sharp = dis
duet = duet
duet = duo
duet (for piano) = quatre-mains
dulcimer = hakkebord
dumb = stemloos
duration = duur
duty bugle = klaroen
duty bugle = signaalhoorn
dynamics = beweeglijkheid
easy (fluent) = gemakkelijk (vloeiend)
echo = echo
edge of the diafram = rand van het membraan
e-flat = es
eighth-note (USA) = achtste noot
elevating = geestverheffend
elevation (of the voice) = verheffing (van de stem)
eleventh chord = elf akkoord
embellishment = versiering
emotion = ontroering
emphazise = benadrukken
encore = bis
enharmonic = enharmonisch
ensemble = ensemble
equal temperament = gelijkzwevende stemming
evergreen = evergreen
execution = voordracht
exercise = oefening
express emotion = uitdrukken van emotie
expression = uitdrukking (gevoel)
expressiveness = zeggingskracht
extended mordent = verlengde mordent
extension = aanzetstuk (van instrument)
falsetto = falset
falsetto = kopstem
falsetto register = falset-register
fanfare = muziekstuk voor koperinstrument
far-off keys = ver verwijderde toonaarden
F-clef = F-sleutel
F-clef staff = onderbalk
fiddle = fedel
fiddle = viool
fiddler = speelman
fiddlestick = strijkstok
field holler = veld-kreet
fifth = kwint
figurated chord = gebroken akkoorden
figure = motief
figured bass = becijferde bas
fill-in = fill-in
final cadence = slot-cadens
finale = finale
finale = slot
finger exercise = vingeroefening
fingered by = met vingerzetting van
fingered tremolo = triller
fingering = vingerzetting
first inversion = eerste omkering
first movement = eerste deel
first part = eerste stem
first tableau = eerste akte
first violin = eerste viool
fix the mute = de demper plaatsen
fixed melody = cantus firmus
flageolet = flageolet
flat sign = mol
flatted fifth = verlaagde kwint
flautist, flutist, flute-player = fluitspeler
flue-voiced instruments = fluiten (groepsnaam)
flute = fluit
folk music = volksmuziek
folk song = volkslied
fond of singing = zanglustig
for 2 hands = voor 2 handen
for four voices = vierstemmig
for one voice = eenstemmig
for strings = voor strijkinstrumenten
for three voices = driestemmig
for two choirs = voor 2 koren
for two voices = tweestemmig
forefall = voorslag
forenote = voorhouding
forerunner = voorloper
form = vorm
four-four (time) = vierkwartsmaat (familiair)
four-note chord = vierklank
four-part = vierstemmig
four-stringed = viersnarig
fourth = kwart (interval)
free form = vrije vorm
free jazz = free jazz
frequency = frequentie
frequency = trillingsgetal
f-sharp = fis
fugal form = fuga-vorm
fugue = fuga
full choir = gemengd koor
full chord = drieklank met 4 tonen
full chord = volledig akkoord
full orchestra = groot orkest
full score = partituur
full-sounding = klankrijk (vol)
fundamental = grondtoon (sinus van klank)
funeral music = treurmuziek
funk = funk
fusion = fusion
G clef = sol-sleutel
gamut = gamma
gamut = toonladder
gamut = toonschaal
G-clef = G-sleutel
G-clef staff = bovenbalk
gentle knock = zachte klop
German flute = dwarsfluit
g-flat = ges
girl/woman-danser = danseres
give a solo performance = soleren
give the key = de toon aangeven
give us a song = zing eens wat
glee-club = zang-gezelschap
gleeman = speelman
gliding = glijdend
gong = gong
gospel = gospel
grace notes = versieringstonen
graces = versieringen
grade mark = maatstreep
gradually = geleidelijk
grand piano = vleugel
great organ = groot manuaal
great staff = elflijnenbalk
grind on (the) organ = orgel draaien
growl = gestopte trompet/trombone-toon
g-sharp = gis
guiding theme = leidmotief
guitar = gitaar
half power of the voice = met halve stem
half rest = halve rust
half step = halve toonsafstand
half time = half time
half tone = halve toonsafstand
half-note (USA) = halve noot
hammer = hamer
hammer shank = hamersteel
hammering = hamerend
hard bop = hard bop
harmonic minor scale = harmonische mineur-toonladder
harmonic skeleton = harmonisch systeem
harmonica = mondharmonica
harmonics = harmonieleer
harmonics = harmonischen
harmonious(ly), harmonically = harmonisch
harmonium = harmonium
harmonize = samenklinken
harmonize (with) = harmoniëren (met)
harmony = harmonie
harp = harp
harpist = harpspeler
harpsichord = klavecimbel
hautboy = hobo
have no ear for music = geen oor hebben voor muziek
head (of a note) = kop (van een noot)
head arrangement = geimproviseerd arrangement
head voice = kopstem
head-motif = kopmotief
hear = horen
hear hear! = bravo!
hearing = gehoor (orgaan)
heavenly = hemels
hemidemisemiquaver = zes-kwart noot
hemidemisemiquaver (UK) = vierenzestigste noot
hesitate = aarzelen
heterophonic = heterofonisch
hobo-player = hoboist
homophonic = homofonisch
homophony = homofonie
honky tonk = honky tonk
hop = dansje
horn-music = hoornmuziek
human voice = menselijke stem
hunting horn = jachthoorn
hurdy gurdy = draailier
hurdy-gurdy man = liereman
hymn = kerklied
hymn = psalm
hymne = lied (van kerk)
idioom = klank-eigen
imitate = naspelen
impersonate = zich voordoen als
improvisation = improvisatie
in a binding fashion = bindend (legato)
in a declamatory manner = verhalend
in a loud voice = met luider stem
in choir = in koor
in strict time = in vaste maat
in the style of = op de manier van
in three parts = voor drie stemmen
in time = in de maat
in time = maatvast
in tone = intoneren
in unison = in unisono
incidental music = toneelmuziek
increasing = toenemen (in luidheid)
inflected note = gealtereerde noot
insipid = zouteloos
insipidity = zouteloosheid
instrument = instrument
instrument = instrumenteren
instrumental = instrumentaal
instrumentation = instrumentatie
intensity (of sound) = intensiteit (van het geluid)
intensity of sound = geluidsterkte
interlude = tussenspel
intermediate voice = middenstem
interpretation = vertolking
interpreter = vertolker
interval = interval
interval = toonsafstand
intonation = intonatie
intonation = stembuiging
intonation = zuiverheid van toon
introduction = inleiding
introductory section = openingsdeel
inversion = omkering
Ionian mode = ionische mode
jack = opstoter
jam session = jam session
jazz = jazz
jazzed up = jazz-sfeer gegeven
jig = gigue
jig = jig
jingle = schel
jive = jive
joyful = levendig
jukebox = muziekautomaat
jump = jump
just intonation = reine stemming
juxtapose = naast elkaar plaatsen
keep in tune = stem houden
keep in tune = toon houden (van instrument)
keep time = maat houden
keep tune = toon houden (van zanger)
keep tune = wijs houden
keeping tune = toonvast
kettle drum = keteltrom
kettle drummer = paukenist
kettle drums = pauken
key = klep
key = toets
key = toonaard
key = toonsoort
key note = grondtoon (van toonladder)
key signature = voortekening
key signatures = vaste voortekens
keyboard = toetsenbord
lady singer = zangeres
laid back = achter de maat spel
lamentation = klaagzang
larynx = strottehoofd
Latin-American = Latijns-Amerikaans
laud = loflied
lay = lied van een minstreel
lead = leidende stem
lead the singing = voorzingen
lead the song = voorzingen
leader = toongever
leading melody = melodiestem
leading part of a canon = inzet in de canon
leading tone = leidtoon
leap = sprong
ledger line = hulplijn
ledger line = hulplijntje
left hand = linker hand
legato = legato
leger line = hulplijntje
leitmotif = leidmotief
let the string vibrate = de snaar laten trillen
letter notation = letternotatie
libretto = libretto
lick = kort melodietje
lick = lick
lilting = zangerig (van ritme)
line up = bezetting
lines of staff = lijnen van notenbalk
lip = labium
listen = luisteren
listen for = luisteren of men ook ... hoort
listen to = luisteren naar
listener = luisteraar
locked hands = locked hands
loud = luid
loud pedal = doorklinkpedaal
low register = laag register
low voice = zachte stem
low/deep = laag/diep
lower mordent = pralltriller
lullaby = wiegelied
lute = luit
lyre = lier
lyric (poem) = lierzang
lyric poem = lierdicht
lyrical = lyrisch
lyricist = tekstschrijver voor liederen
m.d. (main droite) = met de rechter hand te spelen
m.g. (main gauche) = met linker hand te spelen
m.s. (mano sinistra) = met linker hand te spelen
mainstream = mainstream
major = majeur
major scale = majeur toonladder
major seventh chord = majeur septiem akkoord
major third = grote terts
major triad = grote drieklank
major triad = majeur-akkoord
make music = muziek maken
mandolin = mandoline
manual = manuaal
march = mars
marimba = marimba
mark (the) time = de maat aangeven
mark with a sharp = voorzien met een kruis
master = matrijs (van grammofoonplaat)
master-recording = moeder-opname
mazurka = mazurka
mean-tone temperament = midden-toon stemming
measure = maat
mediant = mediant
medieval = middeleeuws
medium tempo = matig tempo
mellow tone = zachte toon
melodic line = melodische lijn
melodic minor scale = melodische mineur-toonladder
melodious = melodieus
melodious = zangerig
melodious = zangerig
melodious = zangrijk
melodiousness = zangerigheid
melody = melodie
mensural notation = mensuraalschrift
merry = speels (vrolijk)
met muziek = with the band playing
meter = metrum
method of singing = zangmethode
metronome = metronoom
mezzo-soprano = mezzo-sopraan
microtone = toon kleiner dan een halve toon
Middle Ages = middeleeuwen
middle c = centrale c
middle c = midden-c
minim (UK) = halve noot
minor = mineur
minor interval = klein interval
minor ninth chord = mineur none akkoord
minor scale = mineur toonladder
minor second = kleine seconde
minor seventh chord = mineur septiem akkoord
minor third = kleine terts
minor triad = kleine drieklank
minor triad = mineur-akkoord
minor with raised 7th = mineur met verhoogde septiem
minstrel = minstreel
minuet = menuet
mirliton = mirliton
mirror canon = spiegelcanon
mistuning = verstemming
Mixolydian = mixolydisch
moderate tempo = gematigd tempo
modulation = modulatie
modulation = stembuiging
modulatory scheme = schema van modulaties
monophonic = monofonisch
monotonous (song) = eentonig (lied)
mood = gevoelsstemming
mordent = mordent
motif = motief
motive = motief
mouth organ = mondharmonica
mouthpiece = mondstuk
movement = beweging
muffled = gesluierd
muse = zanggodin
muse = zangnimf
music = muziek
music = toonkunst
music (port)folio = muziek-portefeuille
music cabinet = muziek-kastje
music case = muziek-portefeuille
music case = muziektas
music contest = muziek-concours
music critic = muziek-beoordelaar
music hall = variete theater
music paper = muziekpapier
music reading = noten lezen
music rest = muziekhouder
music room = muziek-kamer
music seller = muziekhandelaar
music shop = muziekhandel
music stand = muziek-standaard
music teaching = muziek-onderwijs
music wire = pianosnaar
music(al) club = muziek-vereninging
music(al) festival = muziek-feest
music(al) society = muziekgezelschap
music(al) society = muziek-vereniging
musical = muzikaal
musical = welluidend
musical box = speeldoos
musical chairs = stoelendans
musical chairs = stuivertje wisselen
musical composition = toonzetting
musical evening = muziekavondje
musical instrument = muziek-instrument
musical notation = muziekschrift
musical note = muzieknoot
musical note = zangnoot
musical performance = muziek-uitvoering
musical saw = zingende zaag
musical setting = zetting voor muziek
musical structure = muzikale struktuur
musical texture = muzikale opbouw
musicality = musicaliteit
musicbook = muziekboek
music-desk = muzieklessenaar
music-hall singer = couplet-zanger
musician = musicienne
musician = musicus
musician = muzikant
musician = speelman
musician = toonkunstenaar/-ares
music-lesson = muziekles
music-lover = muziekliefhebber
music-loving = muziek-minnend
music-master = muziekleraar
music-mistress = muzieklerares
musicologist = musicoloog
musicology = musicologie
music-teacher = muziekleraar
mute = demper
mute = stemloos
mute = stom
mute = toondemper
narrator = verhaler (in oratoria/passies)
nasal = nasaal
national anthem = het Volkslied
natural = herstellingsteken
natural (note) = stamtoon
natural minor scale = natuurlijke mineur toonaard
near the bridge = bij de kam te spelen
neck = hals
neighbouring tone = wisseltoon
neumes = neumen
New Orleans = New Orleans
New thing = free jazz
nickelodeon = muziekautomaat
nimbly = behendig
ninth chord = none akkoord
noise = geluid
noise = geruis
noisily = luidruchtig
not belonging to scale = laddervreemd
notation = notatie
notation by neumes = neumenschrift
notation by square notes = kwadraatnotenschrift
note (UK and USA) = noot
note (UK) = toon
note of complement = pralltriller
note value = noot-waarde
nut (of a violin bow) = slof (van strijkstok)
oboe = hobo
oboist = hoboist
octave = octaaf
octet = octet
off-beat = after-beat
on one string = op 1 snaar (linker pi.-pedaal in)
on the right = rechts
on time = op tijd
on two strings = voor twee snaren (pi. pedaal half)
open note = open noot
open score = orkestpartituur
open string = open (losse) snaar
opening bars = eerste maten
opera = opera
opera = zangspel
opera house = opera-gebouw
opera(tic) company = opera-gezelschap
oratoria = oratorium
orchestra = orkest
orchestral instruments = orkest-instrumenten
organ = orgel
organ concerto = orgelconcert (muziekstuk)
organ recital = orgelconcert (uitvoering)
organ-blower = orgeltrapper
organ-grinder = orgeldraaier
organist = organist
organ-music = orgelmuziek
organ-pipe = orgelpijp
organ-player = orgelspeler
organ-playing = orgelspel
organ-stop = orgelregister
original = oorspronkelijke compositie
ornaments = versieringen
out of time = uit de maat
out of tune = verstemd
ouverture = voorspel
overstringing = kruissnarig
overtone = boventoon
overture = overture
panpipe = panfluit
parallel keys = gelijknamige toonaarden
part = partij
partial = boventoon
partial-tones = deeltonen (boventonen)
partimento = partimento
partition = partituur
partner = danceuse
part-song = meerstemmig lied
passage = passage
passing tone = doorgangstoon
passionate = hartstochtelijk
pastoral (song) = herderslied
pattern = patroon
pause = pauzeteken
pause = sluitteken
peal = klokgelui
pedal = pedaal
pedal board = voetklavier (pedaal)
pedal point = orgelpunt
pedal point = pedaaltoon (lang aangehouden)
pentatonic = pentatonische
percussion = slagwerk
percussion instrument = slaginstrument
percussionist = slagwerker
perfect interval = rein interval
perfect pitch = absoluut gehoor
performance = uitvoering
performer = executant
performer = optreder (speler)
phonetic symbol = klankteken
phrasing = frasering
Phrygian = frygisch
pianino = pianino
pianist = pianist
pianist = pianospeler/pianospeelster
piano = piano
piano concerto = pianoconcert (muziekstuk)
piano forte = piano
piano piece = pianostuk
piano recital = pianoconcert (uitvoering)
piano(forte) accompaniment = pianobegeleiding
piano-cover = pianoloper
pianola = pianola
piano-lesson = pianoles
piano-player = pianola
piano-playing = pianospel
piano-teacher = pianomeester
piano-tuner = pianostemmer
piccolo = piccolo
piece of music = muziekstuk
pipe = pijp
piquant = pikant
piston valve = ventiel
pitch = hoogte
pitch = toonhoogte
pitch names = noot-namen
pitchpipe = stemfluitje
pivot chord = gemeensch. akk. bij modulatie
placing of the voice = stemtechniek
plagal mode = plagal mode
plain-song = Gregoriaans
plaint = klaagzang
play = toneelstuk
play (on) the flute = fluit spelen
play (on) the piano = piano spelen
play after = naspelen
play ahead of the beat = voor de maat spelen
play at sight = a vue spelen
play at sight = van het blad spelen
play behind the beat = achter de maat spelen
play by ear = op het gehoor spelen
play from notes = van het blad spelen
play on the beat = op de maat spelen
play prima vista = van het blad spelen
play up to the audience = op het publiek spelen
play, sing = ten gehore brengen
play-a-long = samenspel
played on broken chords = spelend in gebroken akkoorden
player piano = mechanische piano
playful = speels
playing = spelen
playing = voordracht
playing from memory = uit het hoofd spelen
playwright = toneelschrijver
plonk = luid tokkelen (op banjo)
plucked bass = getokkelde bas
polyphonic = polyfonisch
polyphony = polyfonie
polyrhythmic = polyritmiek
polytonal = polytonaal
popular music = populaire muziek
position = ligging
practice (piano, etc) = studeren (piano, etc)
practicing = oefenen
practicing an exercise = een oefening instuderen
practise a sonata = instuderen van een sonate
practise scales = toonladders spelen
preceding = voorafgaande
prelude = prelude
prelude = voorspel
principal part = melodiestem
privat band = huiskapel
programmatic music = geprogrammeerde muziek
publisher = uitgever
pulse = stuwkracht
pulse = teltikken
punctuation = punctuering
pure sounds = zuivere geluiden
pushing on = vloeiend
putting on te break = inhouden van de beweging
quadruple meter = vierkwarts maat
quadruple time = vierkwartsmaat
quarter note (USA) = kwart noot
quarter rest = kwart rust
quarter-tone scale = vierde toons-toonladder
quartet = kwartet
quaver (UK) = achtste noot
quintuple meter = vijf-kwarts/achtste maat
quintuplet = kwintool
quote = citaat
rag = rag
ragtime = ragtime
raise (a tone) = verhogen (een toon)
raising the voice = met stemverheffing
range = bereik
rap = rap
read notes = noten lezen
recitative = recitatief
reciting = voordragend
record = opname
recorder = blokfluit
reed = riet
reed organ = harmonium
reeds = riet-instrumenten
refrain = refrein
regal = regaal (van draagbaar orgel)
register = register
registration = registratie
rehearsal = repetitie
related keys = neven-toonaarden
relative keys = parallel-toonaarden
release = loslaten
release = ontspanning
release = tussenstuk
religious = devoot
remote keys = niet verwante toonaarden
rendering = voordracht
repeat = herhaal
repeat sign = herhalingsteken
repetition = herhaling
repetition action = repetitie-mechaniek
resolution = oplossing
resonance = resonantie
resonance box = klankkast
resonance strings = resonanssnaren
rest = rust
retardation = terughouding
revival = herleving
rhythm = ritme
rhythm and blues = rhythm and blues
rhythmical = ritmisch
rich voice = klankrijke stem
riff = riff
right hand = rechterhand
ring = klank
ring = klinken
rise and fall = zwellen en afnemen (van orgel)
roar = dreun (brullend)
roll of drums = tromgeroffel
root = grondtoon (van akoord)
root position = grondligging (van akkoord)
rough music = ketelmuziek
Roumanian = Roemeens
round = canon
rumble = dreun (rommelend)
run = loopje
rush = haasten
sacred music = religieuze muziek
salsa = salsa
scale = toonladder
scale = toonschaal
scale degrees = toonladdertrappen
scale degrees = trappen van een toonladder
scat = scat
scherzo = scherzo
school of music = muziekschool
score = in tabulatuur brengen
score = muziekschrift
score = partituur
second = seconde
second part = tweede stem
secondary accent = zwakke maatdeel
secondary dominant chord = dominant van de dominant
seek the note = zoeken van de noot
semibreve (UK) = hele noot
semiclassic = licht klassiek
semi-quaver (UK) = zestiende noot
semitone = halve toonsafstand
sense of direction = richtingsgevoel
sense of pitch = gevoel voor toonhoogte
septet = septet
septet(tet) = septet
septuplet = septool
sequence = sequens
seraphine (organ) = serafine (orgel)
serenade = serenade
session = sessie
set = set
set to music = op muziek zetten
set to music = toonzetten
setting to music = toonzetting
seventh = septime
seventh chord = septiem-akkoord
seventh chord = septimeakkoord
seventh with sharp 9th = septiem met verhoogde negende
sextet = sextet
sextuplet = sextool
sharp sign = kruis
shawm = schalmei
sheet of music = muziekblad
shift in empfasis = accentverschuiving
shoulder breathing = schouder-ademhaling
shuffle = vegertjes-drummen
si = si
sideman = orkestlid
sight-reading = a vue van blad lezen
sight-reading = het van het blad lezen
sight-singing = het van het blad zingen
sign = teken
signature = voortekening
silence = stilte
sing = zingen
sing ... to ... = voorzingen (iets aan iemand)
sing a second = de tweede stem zingen
sing along with = samen zingen met
sing at sight = van het blad zingen
sing from notes = van het blad zingen
sing out of tune = detoneren
sing prima vista = van het blad zingen
sing to = toezingen
sing to someone = voorzingen aan iemand
singer = zanger
singer = zangster
singers' festival = zangersfeest
singing = zingen
singing bird = zangvogel
singing class = zangcursus
singing contest = zangwedstrijd
singing exercise = zangoefening
singing exercise = zangonderwijs
singing lesson = zangles
singing lessons = zangonderwijs
singing master = zangonderwijzer
singing mistress = zangonderwijzeres
singing school = zangschool
singing teacher = zangonderwijzer(es)
singing voice = zangstem
singing-master = zangmeester
sixteenth-note (USA) = zestiende noot
sixty-fourth-note (USA) = vierenzestigste noot
skiffle = skiffle
skin = trommelvel
skip = sprong
slackening = langzamer wordend
slackening in speed = vertragend
slide trumpet = schuiftrompet
sliding = glijdend
slow = langzaam
slowing = vertragend
slur = boog
slur = verbindingsboog
slur a note = een noot legato spelen
slurred = gebonden
small bared note = korte voorslag
small chord = drieklank met 3 tonen
small orchestra = klein orkest
smooth = gelijkmatig
snare drum = kleine trom
soft = zacht (niet luid)
soft pedal = linker pedaal
solfege = solfege
solfeggio = solfege
soli = soli
solmizate = solmiseren
solo vocalist = solo-zanger
soloist = solist
solos = soli
sonata = sonate
sonatina = sonatine
song = lied
song = zangstuk
song form = liedvorm
song-bird = zangvogel
songbook = zangboek
song-book = liederboek
songful = zangrijk
songtekst = lyrics
sonorous = klankrijk (vol)
sonorous figures = klankfiguren
soprano = sopraan
soprano singer = sopraanzanger(es)
soprano voice = sopraanstem
sordine = sordine
sordine = toondemper
soul = soul
soulful = geestverheffend
sound = geluid
sound = klank
sound = klinken
sound box = klankkast
sound hole = galmgat
sound hole = klankgat
sound of (ones) voice = stemgeluid
sound proof = geluiddicht
sound proof = geluidvrij
sound vibration = geluidstrilling
sound wave = geluidsgolf
sound(ing)-board = klankbodem
soundboard = zangbodem
sounding = geluidgevend
soundless = geluidloos
speech song = spreekstem
spinet = spinet
spirit = geest
spiritual = spiritual
spoken = gesproken
srike up = inzet
staff = notenbalk
staff notation = notenschrift
stage = podium
stage fright = plankenkoorts
standard = standard
stanza = couplet
start = inzet
stave = couplet
staves = notenbalken
stem = staart (van noot)
stem (of note) = stok (van noot)
stereophonic = stereofonisch
stick of the bow = hout van de strijkstok
stomp = stomp
stop = stop
stopped up = gestopt (gedempt)
strains = tonen (orkest/grammofoon/e.d.)
strait jacket = keurslijf
strength of sound = geluidsterkte
stress = klemtoon
stress = nadruk
stretto = stretto
stride = stride
strike a note = een toon aanslaan
strike the keynote = de toon aangeven
string = snaar
string band = strijkje
string music = snarenspel
string(ed) quartet(te) = strijkkwartet
string-band = strijkorkest
stringed instrument = strijkinstrument
string-music = strijkmuziek
string-orchestra = strijkorkest
stroke of the bow = streek (met strijkstok)
strum = trommelen (op piano)
study (piano, etc) = studie (piano, etc)
style = stijl
subdominant = onderdominant
subdominant = subdominant
subject of a fuge = thema in de fuga
successions = opeenvolgingen
suite = suite
sung mass = zingende mis
sus = sus
suspension = voorhouding
sustain = doorklinken
sustaining pedal = doorklink-pedaal
swan song = zwanenzang
sweet potato = ocarina
swell and fall = zwellen en afnemen (van orgel)
swell pedal = zwelpedaal
swell-box = zwelkast (van orgel)
swell-organ = zwelregister
swing = swing
sympathetic strings = resonanssnaren
syncopation = syncopatie
tablature = tabulatuur
table top = bovenblad (van viool)
tail (of a note) = vlag (van een noot)
technique = techniek
temperament = stemming
tempo = tempo
temporary modulation = uitwijking
tenor = tenor
tenor (singer) = tenorzanger
tenor voice = tenorstem
tenorist = tenor-saxofonist
tension = spanning
tenth = decime
ternary form = driedelige (lied)vorm
ternary form = liedvorm
tessitura = tessituur
text = tekst
the band struck up = de muziek begon te spelen
the full organ = volle spel (volle werk)
the mute off = sourdines (dempers) wegnemen
the song sings easily = het lied makkelijk te zingen
the teaching of singing = het zangonderwijs
thematic material = thematisch materiaal
theme = thema
theory of harmony = harmonieleer
theory of music = muziekleer
they are tuning up = zij zijn aan het stemmen
third = terts
third = terts
thirteenth chord = dertien akkoord
thirty-second-note (USA) = twee-en-dertigste noot
thorasic breathing = borst-ademhaling
three against two = drie tegen twee
three part form = drie-delige vorm
three-four time = driekwartsmaat
threepart = driestemmig
three-quarter time = drie-kwarts-maat
three-stringed = driesnarig
thrumming = getokkel
tie = boog
tie = verbindingsboog
tied = gebonden
timbre = klankkleur
timbre = toonkleur
timbrel = tamboerijn
time = maat
time = tempo
time = tijd
time signature = maataanduiding
time signature = tijdsaanduiding
timpani = pauken
tingle (of ears) = suizen (van oren)
tin-kettle (piano) = rammelkast (piano)
title = titel
to the beat = in vaste maat
to the end = tot het einde
to the music = op de muziek (dansen e.d.)
to the strains of the music = op de tonen van de muziek
to trill = trillen
tonal center = grondtoon (tooncentrum)
tonality = tonaliteit
tonality = toonzetting (bij bewerking)
tone (USA) = toon
tone cluster = stapeling van seconden
tone colour = klankkleur
tone control = toonregeling
toned down = vereenvoudigd
toneless voice = toonloze stem
tongue a note = een noot staccato spelen
tonic = grondtoon (tonica)
tonic triad = majeurakk. in grondligging
topical song = couplet (liedje)
touch = aanslag
touch = toucher
track = spoor
transcription = transcriptie
transformed = omgewerkt
transition = overgang
transpose = transponeren
treble = hoog van toon
treble = sopraan
treble clef = G-sleutel
treble clef = solsleutel
treble clef = vioolsleutel
treble key = g-sleutel
tremolo = tremolo
tremor = trillen (van stem)
tremulant = orgel-vibrato
tremulous voice = trillende stem
triad = drieklank
triangle = triangel
trill = triller
trio = terzet
trio = trio
triple meter = drie-kwarts/achtste maat
triple time = trippelmaat
triplet = triool
trite = afgezaagd
tritone = tritonus
trombone = trombone
trombone player = trombonist
trumpet = trompet
trumpet = trompetten
trumpet-call = trompetsignaal
trumpeter = trompetblazer
tuba = tuba
tune = deuntje
tune = liedje
tune = melody
tune = zangwijze
tune (a violin etc) = stemmen
tuneful = zangerig
tunefull = melodieus
tuneless = geen muziek makend
tuneless = onwelluidend
tuner = afstemeenheid van radio/TV
tuner = stemmer
tuning = stemming
tuning fork = stemvork
tuning peg = stemschroef
tuning pin = stemsleutel
tuning-hammer = stemhamer
turn = dubbelslagteken
turn quickly = sla vlug om
turn-around = turn-around
turn-back = turn-back
twelve note music = twaalftoonstelsel
Two part form = twee-delige vorm
two-stringed = tweesnarig
tympanum = trommelvlies
tympatic cavity = trommelholte
unaccompanied = zonder begeleiding
unaccompanied (singing) = a capella
unbowed string intrument = snaarinstrument
under the voice = met gedempte stem
underlying harmony = onderliggende harmonie
unfinished = onvoltooid
unison songs = eenstemmige liederen
unisono = unisono
unsingable = niet te zingen
up and down = op en neer
upbeat = opmaat
upbeat = opslag
up-beat = after-beat
upright piano = pianino
upright piano = staande piano
up-stroke = opstreek
upward stem = opwaartse stok (van een noot)
value = waarde
valve = klep
vamp = intro
variant = variatie
variation = variatie
variation form = variatie-vorm
vellum = vel
ventil (in organ) = ventiel
ventral segments & nodes = buiken en knopen
verse = couplet
verse = inleiding van een lied
version = versie
vibration = trilling
vibration number = trillingsgetal
vibrato = vibrato
viola = altviool
violent = heftig
violin = viool
violin concerto = vioolconcert (muziekstuk)
violin key = viool-sleutel
violin lesson = vioolles
violin music = vioolmuziek
violin part = vioolpartij
violin recital = vioolconcert (uitvoering)
violin-case = vioolkist
violinist = violist
violin-player = violist
violin-player = vioolspeler
violin-playing = vioolspel
violin-string = vioolsnaar
violoncellist = violoncellist
violoncello = violoncel
virtuosity = virtuositeit
vocal concert = zanguitvoering
vocal cords = stembanden
vocal folds = stembanden
vocal music = zangmuziek
vocal number = zangnummer
vocalism = zangkunst
vocalist = zanger
vocalist = zanger
vocalist = zangeres
voice = stem
voice = stemgeluid
voice (organ-pipes) = stemmen
voice part = hoofdmelodie (hoofdstem)
voice part = zang partij
voice part = zangpartij
voice production = stemvorming
voiceless = stemloos
volume = luidheid
vowels = klinkers
vox humana = regaal (van orgel)
walking bass = lopende bas
waltz = wals
waltz-time = walstempo
well done! = bravo!
Well Tempered Clavichord = Wohl temperierte Klavier (Bach)
West Coast = West Coast
whistle = fluitje
whistle a tune = fluiten (van een deuntje)
whole note (USA) = hele noot
whole step = hele toonsafstand
whole-tone scale = hele-toons toonladder
wind instrument = blaasinstrument
wind player = blazer
within earshot = op gehoorsafstand
woodwind = houten blaas-instrument
woodwind- and brass band = harmonieorkest
word painting = voordracht
words = tekst
works of a composer = werken van een componist
world of music = muziekwereld
wrest pin = stemschroef
<<<< homepage / Nederlands - Engels >