Leer improviseren. 2004-2005. Les 15: optreden voor publiek.

De drempel die klassiek geschoolde cursisten moeten overwinnen om tot improviseren te komen blijkt pas genomen te kunnen worden als ze enige jaren aan de improvisatielessen hebben deelgenomen. Ze zeggen dat ze vrede hebben kunnen vinden bij hun eigen improvisaties doordat ze in de les een aantal keren voor 'publiek' hebben gespeeld en hebben ervaren hoe anderen ermee omgingen. Ze hebben gemerkt dat hun eigen improvisaties al doende beter zijn geworden en na een paar jaar ervaring zelfs goed.

Nu pleit ik er altijd voor om te spelen voor jezelf (ramen en deuren dicht, iedereen het huis uit, de buren op vakantie en dan lekker spelen wat je zelf wilt). Immers, als je zelfs zelf niet van je eigen muziek houdt, wie verwacht je dan dat er wel van zou houden? Maar het spelen voor publiek heeft toch ook zijn waarden. Daarom pleit ik er voor om een groepje spelers (bijvoorbeeld 7) bij elkaar te krijgen die wekelijks bij toerbeurt voor elkaar 5 minuten improviseren.

Het blijkt dat niet alleen de drempelvrees verdwijnt, maar ook ervaring in het optreden wordt opgedaan, met zelfs het gevolg dat je gevraagd kunt worden voor een breder publiek op te treden. Daarom lijkt het mij nuttig ook enige aandacht te besteden aan optreden.
  1. Stap met extra (geestelijke) energie het podium op; niet luid of snel maar vol verse zin.
  2. Begin nooit met een excuus; men voelt zich bekocht als je zegt dat je keelpijn hebt.
  3. Speel ver onder je kunnen. (Laat ze maar denken dat je niet beter kunt; als je vast zou lopen zou dat veel erger zijn.)
  4. Straal gemak uit.
  5. Let op het publiek, maar niet zo veel dat je er slecht door gaat spelen.
  6. Leer niet je muziek noot voor noot uit het hoofd, maar werk met een akkoordenschema.
  7. Gebruik een lijstje dat je repertoire bevat.
  8. De mensen willen horen wat ze al kennen! (Daar zijn noten nuttig voor). Improviseer met mate afhankelijk van het publiek.
  9. Wissel zo nu en dan van toonaard, maar het is beter één toonaard zeer goed te kennen en een tweede voldoende voor langzame nummers, dan te proberen veel toonaarden te beheersen. Gebruik eventueel schijnmodulatie door even een paar akkoorden in een andere toonaard aan te slaan en uiteindelijk toch met de oorspronkelijke toonaard door te gaan.
    Hoor spel in G, dan even in As, in A en tenslotte toch weer in G.
  10. Voorkom black-outs; daarvoor is het nuttig ervaring te hebben in improvisatie met spelen voor anderen.
  11. Speel niet te lang achtereen en niet te kort (als er mensen weg gaan lopen heb je te lang gespeeld); als je te kort speelt komt het amateuristisch over: "Hij kan maar één kunstje en dat heeft hij nu getoond".
  12. Speel luisterend: let op de achtergrond bij een voordracht of je de aandacht vasthoudt en, als je achtergrondmuziek maakt, let dan erop of de sfeer in de zaal goed is.
  13. Leer een goede afsluiting, breek je spel niet abrupt af, maar verkoop het einde met zorg. De laatste indruk nemen de mensen mee.
  14. Drive heeft bijzondere voordrachtwaarde. Ook in klassieke muziek, bijvoorbeeld de pianopartij van Ungeduld van Schubert moet gedreven gespeeld worden om de dramatiek van de zangpartij te ondersteunen.
    Tekst en akkoorden van Ungeduld.
    Hoor het lied, jammer genoeg slechts in passieloos MIDI.
  15. Drive vereist veel reserve aan vaardigheid en energie. Dat betekent niet luidheid, maar vooral accuraatheid van ritme en toucher. Het gaat hier om de aanslagsterkte per noot en het gebruik van het pedaal. Een boogie-woogie moet het helemaal hebben van zijn drive.
    Hoor een boogie-woogie.

HUISWERK: Formeer een groep waarin ieder bij toerbeurt 6 minuten speelt. Zorg voor discipline opdat het geen koffiekransje wordt. Maar wees ABSOLUUT TOLERANT wat betreft de kwaliteit van het spel. NIEMAND kan SLECHT spelen, wel anders. Mooi is waar je van houdt. Je hoeft het spel van iemand anders niet mooi te vinden, maar dat moet je niet altijd tonen. Het is boeiend te proberen te achterhalen waarom hij zo speelt als hij doet. Voordat je eventueel een advies geeft aan een ander, denk dan eerst goed na of jouw mening wel zeker een verbetering is en of die ander het wel zal kunnen realiseren, want muzikaliteit is een kwetsbaar element. Je kunt iemands geest ermee beschadigen.
<< Startpagina / Index van de cursus / Volgende pagina >