Neem als voorbeeld de tonen c d e f g. In die volgorde gespeeld met een
gelijke verdeling van tijd is het weinig interessant, maar als c d e
gespeeld wordt met het accent op e en vervolgens de tonen f en g lang
worden aangehouden, is het meteen een acceptabeler melodie
geworden.
Klik om de bedoeling te horen.
Met die 5 tonen kunnen allerlei combinaties worden uitgeprobeerd.
Klik om de bedoeling te horen.
Voor een melodie, en speciaal voor een zingbare, is het belangrijk hoe
de nadruk is verdeeld, welke noten lang worden aangehouden of kort, of
het toucher legato (gebonden) is, staccato (kort en gescheiden) of
portato (lang maar gescheiden; als het ware plakkend met de vingers
aan de toetsen). Een solo-instrument (bijvoorbeeld een trompet) is
daarvoor meer geschikt dan een piano.
Zingen inspireert tot het maken van een melodie, maar ook kunnen we, als we een melodie hebben gemaakt zonder de stem te gebruiken, de gevoelswaarde van de vertolking ervan achteraf verbeteren door haar te zingen. Bij voorkeur met een tekst in gedachte, bijvoorbeeld op de tonen c d e... f... g...: "Want ik hóud... van... jou...".
Als je bij het spelen op de piano in gedachte neemt hoe een solo-instrument
de melodie zou spelen, kan dat je toucher gunstig
beïnvloeden. Een organist heeft de mogelijkheid een toon aan te
houden, waardoor hij een melodie die hij met zijn stem heeft gemaakt
dichter kan benaderen dan een piano. Hij heeft een toucher ontwikkeld
waarbij de vingers a.h.w. aan de toetsen kleven (portato). Een pianist
geeft de toetsen meestal maar een zet van een bepaalde sterkte en laat de
rest over aan de zwaai van de hamer. Maar om een melodie meer
lading te geven kan iets van het toucher van een organist worden
toegepast. Denk aan de grondtoon, die een nadrukkelijker
zeggingskracht krijgt door een portato toucher.
Klik om de bedoeling te horen.
Op een piano zijn trillers en herhalingen van noten een surrogaat voor
lang aangehouden noten.
Klik om de bedoeling te horen.
Lage tonen hebben meer energie en klinken daardoor langer door. Als je
de melodie graag lange tonen wilt geven, helpt het een beetje als je ze
aan de lage kant speelt.
Klik om de bedoeling te horen.
Anderzijds heeft de piano het voordeel van aanslaggevoeligheid. Voor
ritme is dat onontbeerlijk. De combinatie van een piano en een solo-instrument
is ideaal: de één kan zorgen voor het percussieve ritmische
element, de andere voor de aangehouden tonen. Maar ook de melodie
kan zijn voordeel doen van de aanslaggevoeligheid van de piano.
Bijvoorbeeld, een melodie krijgt ineens de gevoelswaarde van snikken
als iedere noot herhaald wordt met een sterk accentverschil.
Klik om de bedoeling te horen.
Een nadrukkelijke voorslag kan de dramatiek van een toon verhogen.
Denk aan een voorslag van een halve toon onder de toon waar je naar
toe gaat.
Klik om de bedoeling te horen.
Voor een hemels effect speel je legato (gebonden).
Klik om de bedoeling te horen.
Voor ritme heb je een afwisseling nodig van legato en staccato
gecombineerd met accenten.
Klik om de bedoeling te horen.
Een melodie kan sterk leunen op de onderliggende harmonie. Daarom is
het bij het maken van een melodie nuttig om haar tegelijk met
verschillende akkoorden uit te proberen. Bij andere akkoorden krijgt een
zelfde melodie een andere gevoelswaarde.
Klik om de bedoeling te horen.