Maar ik ben me een derde instelling bij het spelen bewust geworden. Er wordt weinig over gepraat doordat moeilijk duidelijk te maken is wat ermee bedoeld wordt. Ik bedoel het 'houden van je muziek'. Het is meer dan inspiratie. Soms ga je spelen en voelt dat het allemaal goed gaat. Je bent niet alleen geïnspireerd, je houdt van je muziek. Je staat op en zet de recorder aan om er later van te genieten. Je gaat weer zitten en speelt verder, maar dan is de inspiratie weg. Dat komt doordat het een zeer subtiel iets is.
Iedere gevoelige musicus zal dit verschijnsel kennen. Het lijkt me nuttig het apart te vermelden, want hoewel het weinig voorkomt lijkt het mij het fijnst besnaarde element en daardoor het best passen bij kunst. Stel dat je 10% van de tijd besteedt aan oefenen, 70% aan spelen en 20% aan de rest om daarin de beminsfeer te kunnen bereiken, zal een normaal kunstgevoelig speler hoogstens 1% van die sfeer kunnen bereiken. De sfeer van dit ene procent zal je ziel het meest beïnvloeden. Bedenk dat ik het niet heb over het gewone fijne van de muziek dat iedere muziekliefhebber heeft, maar over dat uiterst verfijnde hoge niveau.
Tijdens het oefenen moet je geen aanwezigen storen, tijdens het spelen kunnen er aanwezigen zijn, maar om de beminsfeer op te roepen, zal het effectief zijn alleen te zijn. Het gaat er namelijk om dat de volle concentratie gericht moet zijn op de relatie tussen je diepste muzikale zielenleven en de muziek die je realiseert.
Een oorzaak van het vele mislukken van de beminsfeer is vaak gebrek aan vaardigheid en kennis. Daartegen kun je het niveau aan eisen terugstellen. Net zoals je gelukkig kunt zijn zonder 100 vleugels kun je jezelf ook zo instellen dat je vrede hebt met een lager muzikaal niveau dan Bach had.