Leer improviseren. 2003-2004. Les 08:
de praktijk van improviseren.
De 6 akkoorden van C en Am zijn voldoende om muziek te maken,
maar geven sommige mensen te weinig inspiratie. We hebben nu echter
meer akkoorden ter beschikking zodat we interessantere akkoordenschema's
kunnen gebruiken. Die van het huiswerk vanaf les 5 zijn geschikt.
Alvorens verder te gaan met theorie moeten we muziek maken met de
kennis die we hebben. Ik bedoel met die kennis alle akkoorden die je
zelf uit de vorige lessen kunt afleiden. Daar is uitgelegd hoe je een
akkoord maakt en enkele ervan zijn uitgewerkt, maar het is niet nuttig
om ze allemaal voor te kauwen.
Bij dat muziek maken moet je eerst het akkoordenschema van het
huiswerk (later leren we zelf schema’s maken) verkennend spelen. Dat
vereist dat je niet haperen mag. Het gaat erom dat je gaat ontdekken dat
het schema zelfs zonder melodie al iets te zeggen heeft. (Zolang je dat
niet hoort heeft het geen zin verder te gaan.) Wel is het normaal dat het
even duurt voordat je begrijpt wat er in een schema zit. Twintig keer
herhalen is niet veel. Speel het schema zo welluidend mogelijk (bijv.
akkoord in rechterhand en grondtoonbas in linker). Het tempo mag
niet te traag zijn, omdat anders het verband (waar het nou juist om gaat) van
het ene naar het andere akkoord verloren gaat.
Ga na de 2e of 3e herhaling al wat meeneuriën. Dat zal voor simpele
stukken goed gaan, maar bij modulaties niet lukken. Na meer
herhalingen komen ook die beter in beeld. Al is een gewenste toon niet
te halen met je stem, dan kun je toch wel aanvoelen welke toon past. Je
zult niet meteen die toon kunnen treffen, maar na een paar keer wel, en
door veel doen groeit je vaardigheid daar later in.
Denk in dit stadium niet aan akkoordtonen, toonladdertonen e.d. Eerst
moet je in de sfeer komen van het creëren. En in de sfeer van muziek,
niet in verstandelijk begrijpen van losse tonen en akkoorden, maar in het
aanvoelen van de grote lijn in het ‘verhaal’ van het
akkoordenschema. Wetenschappers zijn geneigd eerst te begrijpen
alvorens te doen. Ze blijven dan stilstaan bij de statische constructie en
besteden niet 99% van hun geest aan spel, maar aan studie. Vergelijk
iemand die wil leren fietsen en eerst het ding wil kennen alvorens hij
erop stapt. Als hij daar 99% van zijn energie stopt, zal hij een
fietsenmaker worden maar geen fietser. Hij zal het dynamische aspect,
waar het nou juist om gaat, niet beleven. Ervaar bij een
akkoordenschema het verloop van de spanning, de climax en het tot rust
komen.
Probeer zo min mogelijk tonen in de melodie te stoppen als je daarmee
begint. Houd een toon lang aan en laat het akkoordenverloop eronderdoor
schuiven. Mensen denken gauw: "Een melodie is een rij tonen,
dus ik zal er maar veel in stoppen". Dat is dezelfde vergissing als
het idee dat op een bewegingsfilm veel bewogen moet worden.
Als je het standpunt hebt: "Eerst even improviseren en dan ga ik over tot
de orde van de dag", onderschat je de waarde van improviseren en
besteed je er niet de toewijding aan die het vereist. Je moet een
componist worden die tegen de klok kan creëren. Dat is de hoogst
denkbare geestelijke inspanning.
Beschouw je eigen werk nooit als geknoei. Zelfkritiek heeft zijn waarde,
mits het niet ondermijnt. Bladmuziek is een gevaar. Je gaat je
(geïmproviseerde) resultaat vergelijken met dat van een componist. Op
die manier activeer je de verkeerde delen van je hersenen. Verzin een
versje waar ook meteen een verhaal in zit à l'improviste. Ik denk dat dat
vergelijkbare hersenfuncties vereist.
Oefen akkoorden niet los, maar in een akkoordenschema. Je leert dan de
praktijk. Schrijf het schema groot en overzichtelijk op, zodat je alle
aandacht kunt geven aan je schepping.
HUISWERK:
Schrijf een akkoordenschema altijd eerst overzichtelijk op. Klik voor een afdrukbaar schema. Maat en tempo zijn vrij, als ook transponeren, maar houd
je aan het schema:
C C F C C Am D7 G7 C C E7 Am C C G7 C
Am Am E7 E7 Am A7 Dm Dm G7 E7 Am Am C G7 C C
Het volgende luistervoorbeeld bestaat uit 4 minuten:
1) akkoordenschema verkennen
2) een enkele melodietoon erbij
3) een eerste voorzichtige melodiepoging
4) een 2e melodiepoging
Klik hier voor het luistervoorbeeld. Verdere ontwikkeling is weggelaten om de aandacht niet
af te leiden van dit moeilijke eerste begin.
Dat is voor de les ingekort. In de praktijk zal het verkennen
van het akkoordenschema alleen al meer dan tien herhalingen behoeven.
<< Startpagina / Index van de cursus / Volgende pagina >