Leer improviseren. 2003-2004. Les 10:
diverse benaderingen van improviseren.
Wij zijn steeds uitgegaan van een akkoordenschema en hebben daar
melodieën op gemaakt. Dat is de meest gebruikte manier. Maar het is
ook mogelijk om uit te gaan van een melodie en die te harmoniseren.
Dat lukt pas als je ervaring hebt met akkoorden.
Hoor cursist Hans deze benadering gebruiken.
Op het amateurniveau van 'zingende zusjes' zingt één de hoofdmelodie
en harmoniseert de ander een tweede stem vaak in tertsen. Als ze een
akkoordenschema aanhouden kan er meer variatie zijn. Bij een
compositie kan het nog complexer, maar dat valt buiten het bestek van deze
cursus.
Als de melodie vast ligt (cantus firmus) kan de harmonisatie een
aantasting zijn van het wezen van de melodie (gregoriaans). Harmonie
heeft meer zeggingskracht dan melodie. Als bijv. E7 gebruikt wordt in
een begeleiding van de melodie van 'Vader Jacob' (als die begint met c),
dan kan dat (mits gekozen op het juiste moment) goed klinken, maar de
harmonisering overheerst dan.
Muziek moet structuur hebben. Dat kan ook door andere beperkingen
dan een akkoordenschema, bijvoorbeeld door een toonladder.
Hoor de sfeer van de heletoonstoonladder c d e f# g# a#
Hoor de sfeer van de dorische toonladder d e f g a b c
Hoor de sfeer van de mixolydische toonladder g a b c d e f
Hoor de sfeer van de mol-dur toonladder c d e f g as b
Hoor de sfeer van de zigeunertoonladder a b c d# e f g#
Hoor de sfeer van de zigeunertoonladder a bes c# d e f g#
Een andere manier om structuur te krijgen is door de begeleiding te
beperken tot de trappen van een toonladder.
Hoor cursiste Vera op uitsluitend witte toetsen.
Hoor cursist Fred op uitsluitend trappen van C.
Voorts kun je een song uit het hoofd leren.
Hoor cursiste Meta.
Je kunt ook een song op het gehoor spelen.
Improviseren wordt vaak gedaan door het aan elkaar plakken van bekende deeltjes,
niet zoals een potpourri, maar kortere stukjes,
als miniatuur akkoordenschemaatjes, van bijv. maar 2 akkoorden , zoals
G7 C, of C E7 A7, waarvan je weet dat die goed klinken.
Hoor cursist Teun die daar veel van weet.
Riffs zijn korte melodietjes die steeds herhaald worden terwijl de
akkoorden veranderen. Voorbeelden vind je speciaal in de blues.
Hoor een riff.
Het moderne jazz onderwijs leert 'likjes', korte pasklare melodietjes,
die echter niet steeds herhaald hoeven te worden. Als je creativiteit te kort
schiet, kun je daarop terugvallen.
Het mooiste is de eigen creatie van een toon. Je kunt iets spelen
waarvan je zeker weet dat het goed is en daar een enkele toon van
veranderen. Blijkt die onbruikbaar, dan kun je bij de eerstvolgende toon,
terugkeren naar veilig bekend gebied. Dat is doorgaans niet onmuzikaal,
omdat het opbouwen van spanning en die weer oplossen past bij muziek.
Het hoogste dat je bij improviseren bereiken kunt is het
voorspellen van iedere toon en die ook treffen. Normaliter moet je hem
even horen alvorens verder te gaan (luisterend spelen!).
Een dove componist als Beethoven moet ver ontwikkeld zijn geweest, om
van een compleet werk het effect van iedere toon te kunnen weten zonder
hem te horen. Dit valt buiten ons bestek.
Vergelijk de diverse benaderingen van improviseren met spreken.
Praten bij een theekransje is te vergelijken met spelen zonder structuur,
een werkbespreking met spelen op een ladder, een oude docent die de
les uit het hoofd kent met een song uit het hoofd spelen, het oplezen van
de miljoenennota met noten lezen en het lijstje met punten van de
demagoog met het improviseren aan de hand van een akkoordenschema.
HUISWERK: Harmoniseer Vader Jacob (het is een canon, maar kan
ook anders worden begeleid) om te ontdekken hoezeer de harmonie het
effect van de melodie beïnvloedt.
Hoor Vader Jacob als canon.
Vader Jacob, vader Jacob, slaapt gij nog, slaapt gij nog,
alle klokken luiden, alle klokken luiden, bim bam bom, bim bam bom.
<< Startpagina / Index van de cursus / Volgende pagina >