Leer improviseren. 2003-2004. Les 11: ontwerpen van akkoordenschema.

Een akkoordenschema is van centraal belang. Bij bestaande schema's zien we vaak dezelfde groepjes van bij elkaar behorende akkoorden. Die miniatuur akkoordenschemaatjes kunnen we handig als bouwsteentjes gebruiken.
Op de eerste plaats zijn dat de 3 toonaardakkoorden (grond-, dominantseptime- en subdominantakkoord) van een lopende toonaard. Bijvoorbeeld C, G7 en F horen bij elkaar, want die zijn van toonaard C. We zien ze in schema's vaak in een of andere volgorde na elkaar komen:
G7 C, of C F C, of F G7 C, of C F C F C, of C G7 C, of C G7 C F C G7 C C, enz.
Dat geldt niet alleen voor de begintoonaard, maar ook voor de andere toonaarden die doorlopen worden. Als na begintoonaard C de toonaard Dm komt, zien we: C A7 Dm (dus A7 en Dm bij elkaar).

De gewone manier om een nieuwe toonaard definitief binnen te stappen is op het dominant septime akkoord. Het is soms boeiend om de bevestiging van de toonaard (Dm) even uit te stellen door eerst de subdominant (Gm) te nemen, voorafgaand aan A7 Dm. Dus soms zien we: C Gm A7 Dm. Op het moment dat Gm klinkt voel je al welke kant het op moet, maar pas bij A7 weet je zeker dat het grondakkoord zal komen.

Dit alles geldt voor alle tijdelijke toonaarden die we aandoen.
Welke toonaarden komen voor modulatie in aanmerking?

Het gemakkelijkst zijn de sprongen van een kwart of een kwint (bij iedere sprong verandert maar 1 toon). Neem als voorbeeld het akkoordenschema van Mister Sandman uit les 05:
C B7 E7 A7 D7 G7 C
De eerste sprong van C naar B7 klinkt aparter dan de andere, omdat het geen kwintensprong is.

Tijdens B7 is de lopende toonaard E of Em. Het schema laat dit in het midden. (Mogelijk dat de melodie uitsluitsel geeft, maar dat laten we nu buiten beschouwing). Voordat het schema de tijd neemt te onthullen of het mineur of majeur is, stoomt het al door naar de volgende toonaard door E7 te geven. Ook daar zien we niet of de toonaard op dat moment A is of Am. Dit soort ambiguïteit, het in het midden laten van een oplossing, komt in alle kunstvormen voor: bij literatuur, beeldende kunst, enz. Het vertoont overeenkomst met het uitstellen van de bevestiging van de toonaard, maar dan in extreme vorm: de bevestiging komt nooit.

Toonaarden die verschillen in meer dan 1 toon zijn minder aan elkaar verwant. Hoe verder het verwantschap verwijderd is, hoe aparter een modulatie zal overkomen. Als in het schema van Mr. Sandman de E7 wordt overgeslagen zal de overgang vreemder aandoen.

De toonaarden die doorlopen zijn in Mr. Sandman kunnen achtereenvolgens geweest zijn: C Em Am Dm G en C. We kunnen ook een schema maken zonder onzekerheid van de gebruikte toonaarden door die te bevestigen met een grondakkoord. Bijvoorbeeld:
C B7 Em Em Am E7 Am Am Dm A7 Dm Dm D7 D7 G G7 C.
Ook hier zijn de toonaarden die doorlopen worden achtereenvolgens: C Em Am Dm G en C.
Bij het samenstellen van een akkoordenschema is het goed je rekenschap te geven van de toonaarden die doorlopen worden. De volgende stap is dan de uitwerking in akkoorden. Let daarbij op het aantal maten van ieder akkoord voor een muzikaal logisch verloop. Dim- en aug-akkoorden kunnen worden toegevoegd voor een pikant effect, bijvoorbeeld als vervanger van septimeakkoorden. Controleer tot slot of het schema melodische mogelijkheden biedt.
HUISWERK: Ontwerp een akkoordenschema, schrijf het groot en improviseer erop. (Je mag ideeën pikken, zoals miniatuur akkoordenschema's, van bestaande schema's uit songbooks, bijvoorbeeld.)
<< Startpagina / Index van de cursus / Volgende pagina >