Leer improviseren. 2003-2004. Les 24: articuleren.
Het is jammer dat veel mensen hun spel bederven met iets dat
eenvoudig verholpen kan worden.
1) Ze laten hun pedaal te lang in de benedenstand staan. Ze zijn zo
geconcentreerd op hun vingers dat ze onvoldoende luisteren naar het
totaal van hun spel. Ze letten te veel op de toetsen, de noten, de juistheid
van de melodie, de akkoorden of de telling.
Bijvoorbeeld, als je bij een 4/4 maat in de linkerhand een bastoon speelt
op de 1e en 3e tel en een akkoord op de 2e en 4e tel, dan moet je het
pedaal intrappen op de 1e en 3e tel én loslaten(!) op de 2e en 4e.
2) Ze slaan te hard op de toetsen omdat ze meer willen uitdrukken dan
waarvoor de piano geschikt is. Ze hebben behoefte aan de expressie van
een trompet. Het vergt voorstudie om te kijken hoe je de behoefte om
iets uit te drukken op de piano kunt bevredigen. Het zou kunnen zijn dat
degene die te luid aanslaat, beter kan proberen een akkoord te vinden in
plaats van een toon. Een akkoord klinkt in ieder geval al luider en heeft
bovendien meer dissonantie, dus een complexere klank dan een enkele
toon.
3) Ze spelen hun aanslagen tellend in plaats van dansend (met hun
vingers op de toetsen). Hun ritme is houterig doordat
ze letten op de maat in plaats van op de levendigheid.
4) Hun spel vloeit niet doordat ze hun handen, polsen, armen en
schouders te strak gespannen hebben. Ze spannen de verkeerde spieren
aan.
5) Ze denken niet aan een verhalend verloop. Ze draaien af. Ze zijn saai.
Hun spel leeft niet. Het lijkt of ze er vanaf willen, of ze zijn zo suffig
bezig dat ze maar door blijven gaan in hetzelfde tempo, met dezelfde
akkoorden en dezelfde sfeer.
6) Ze nemen te veel hooi op hun vork. Ze kiezen een werk
boven hun macht of spelen het sneller dan ze kunnen. Vereenvoudig liever een stuk
dan te stuntelen met het oorspronkelijke.
7) Bij een aanslag die ze beschouwen als een fout, springen ze een maat
terug om hem over te doen. Hierdoor ontstaat een muzikaal
onverdraagbaar gehakkel.
De elementen die de gevoeligheid van pianospel bepalen, zijn te
vergelijken met de beschaving van spraak. Iemands niveau verraadt zich
in zijn articulatie. Zelfs in een taal die je niet beheerst kun je horen hoe
fijnbesnaard of grof iemand is door zijn luidheid en traagheid van
spreken, zijn letten op de omgeving, zijn stembuigingen, heesheid of
overdreven mondbewegingen. Al deze dingen kunnen een betoog
maken of breken. Iemand die iets daadwerkelijk wil overdragen,
articuleert goed. Ook bij piano spelen kun je onderscheid maken tussen
degenen die echt iets te zeggen hebben en degenen die hun lesje
afdraaien. Deze laatsten staren strak op hun notenpapier en hebben meer
aandacht voor waartoe ze zich verplicht voelen dan voor wat ze horen
en voelen.
De waarde van articulatie wordt vaak onderschat. Het kan een
muziekstuk maken of breken. Vaak komt dit voort uit de goede naam
die het muziekstuk heeft. Dat is dan een excuus om niet op de articulatie
te letten. Het is beter een simpele compositie goed te verkopen dan een
complexere af te raffelen.
Wie luisterend speelt zal automatisch goed articuleren. Die zal ook niet
sneller spelen dan hij aankan. En wie eerlijk improviseert vanuit het hart
en muzikale behoefte, voldoet daar vanzelf aan.
HUISWERK:
Neem geen moeilijke werken, maar ga uit van iets eenvoudigs en
probeer dat zo goed mogelijk te 'verkopen' en levend te maken door er
je eigen karakter in te stoppen en wat er in je leeft. Vertel wat je te
zeggen hebt met duidelijke articulatie. Speel langzaam, luister, druk het
pedaal niet in als je niet alert bent op het loslaten.
<< Startpagina / Index van de cursus / Volgende pagina >