Leer improviseren. 2003-2004.
Les 25: stemvoering en het begeleiden van zang.
Als je muziek schrijft voor een orkest moet je iedere speler een melodie
geven die hem ook bij het inoefenen van zijn partij genoegen verschaft.
Daartoe moet je de akkoorden van de begeleiding uitsplitsen tot
zelfstandige melodieën. Dit heet stemvoering. Er zijn hele boeken over
volgeschreven want voor het arrangeren en vooral bij klassieke muziek
wordt de waarde hiervan hoog aangeslagen. Bach is het
schoolvoorbeeld van de grote hoogte die daarin bereikbaar is. Maar,
jammer genoeg, is volledige stemvoering voor improvisatie onbegonnen
werk.
Wel kunnen we veel voorkomende akkoordvolgorden van te voren
uitwerken en die dan bij onze improvisaties bewerken. Denk aan
akkoordenschema's als C Gm A7 of Dm F G7 die we in diverse
muziekstukken tegenkomen. We kunnen daar voor eens en voor altijd een
stemvoering voor ontwerpen.
Nu zijn de diverse stemmen bij een piano niet te onderscheiden door
hun timbre zoals in een koor het geval is. Daarom is een stemvoering
voor een piano niet zo interessant als voor een orkest of een koor. We
moeten ons beperken zowel in het aantal stemmen als in de presentatie
ervan. We zouden de aandacht op één van de stemmen (de tweede stem)
kunnen richten door die iets luider te spelen. Dat kan meestal
gemakkelijk worden gedaan met de inzet ervan.
Een andere beperking kan gelegen zijn in de lengte van de 2e stem.
Waar een orkest de stemvoering van betekenis kan volhouden
gedurende het gehele stuk, komt de piano niet verder dan korte stukjes
tweede stem. Bij het bovenstaande stukje akkoordenschema C Gm A7
zouden de volgende tonen benadrukt gespeeld kunnen worden: tijdens
akkoord C toon c, tijdens akkoord Gm toon bes en tijdens akkoord A7
toon a. Op die manier is er een stukje tweede stem met de melodie c bes
a. Bij het bovenstaande stukje Dm F G7 kunnen de tonen van de tweede
stem zijn: d c b. De linkerhand kan die melodietjes benadrukt spelen.
De rest van de stemvoering moet gezocht worden in de ligging van de
akkoorden. Een vuistregel daarbij is de tonen meer te spreiden naarmate
ze lager liggen.
Een ander bruikbaar element in de stemvoering voor een piano is om
tonen uit de akkoorden weg te laten. Denk aan een zingend duo. Ze
kunnen niet anders dan zich beperken tot twee stemmen en speciaal
daardoor ontstaat een karakteristiek effect.
Iemand die meezingt met zijn pianospel heeft ineens veel extra
mogelijkheden. Belangrijk is daarbij van te voren uit te zoeken in welke
(begin)toonaard je stem het beste klinkt. Daarin begeleid je de zang
met alleen akkoorden en met een luidheid waarbij de stem het mooist
tot zijn recht komt. Zoek uit in welke octaven de akkoorden het beste
kunnen liggen. Sommige stemmen klinken het beste met een iele
begeleiding, andere met een bas die aanvult wat de stem mist. Houd de
begeleiding simpel. De meeste aandacht moet uitgaan naar de stem.
Zodra de stem stopt en de piano gaat soleren, moduleer je naar de
toonaard waarin je het stuk het beste kunt spelen. Zodra je gaat zingen
spring je weer terug naar de zangtoonaard.
Het is handig om het muziekstuk voor je te hebben in beide
toonaarden; bijvoorbeeld aan de linkerkant in de zangtoonaard en aan
de rechter in de speeltoonaard. Ik denk natuurlijk aan de notatie die ik
eerder heb geadviseerd: in grote letters de tekst met daartussen,
duidelijk eruit springend, de (primaire) akkoorden. Baslijntjes die
zijn voorbereid voor de stemvoering kunnen apart worden vermeld.
Meestal volstaat het vermelden van het rijtje tonen. In bovenstaande
voorbeelden zou dat kunnen zijn:
(Afzakken: c bes a) C Gm A7, en (Afzakken: d c b) Dm F G7.
Hoor de akkoorden met de benadrukte tonen.
HUISWERK:
Zoek van een lied dat je kunt spelen goede bassen bij de
akkoorden. Zing en begeleid jezelf. Begeleid een ander die zingt. Zoek
de juiste toonaard uit. Begeleid niet te luid. Neem de akkoorden bij de
begeleiding niet te vol. Help de zanger met de tonen die hij moeilijk kan
treffen.
<< Startpagina / Index van de cursus / Volgende pagina >